Stel u een computer voor die de feiten en cijfers 'ophoest' waarom u hebt gevraagd. De computer is neutraal en objectief. Hij levert je geen interpretaties of meningen. Als de denker de witte denkhoed op heeft, behoort hij de computer te imiteren.

Degene die om de juiste informatie vraagt, dient zich te bedienen van 'gefocuste' vragen teneinde de juiste informatie op tafel te krijgen of leemten in zijn beschikbare informatie op te vullen.

In de praktijk hanteren we een 'tweelagensysteem' van informatie. De eerste laag bestaat uit geverifieerde, onomstotelijke feiten, dus 'eersterangs' feiten. De tweede informatielaag bestaat uit veronderstelde feiten: feiten waarvan wordt verondersteld dat zij waar zijn, hoewel ze nog niet op juistheid zijn nagetrokken. Het zijn 'tweederangs' feiten.

Er bestaat een 'waarschijnlijkheidsspectrum' van alle gradaties tussen 'altijd waar' en 'nooit waar'. Daar tussenin vinden we bruikbare gradaties als 'over het algemeen', 'soms' en 'zo nu en dan' waar. Dit soort informatie mag iemand die de witte hoed op heeft op tafel leggen, mits hij zich bedient van de ge-eigende formulering teneinde de graad van waarschijnlijkheid aan te geven.

Wit denken is zowel een dicipline als een richtsnoer. De witte denker probeert bij het presenteren van informatie zo neutraal en objectief mogelijk te zijn. U kunt het verzoek krijgen uw witte hoed op te zetten, of iemand anders vragen dat te doen. Uiteraard kunt u hem ook uit eigen verkiezing op- of afnemen, wat u met zoveel woorden te kennen geeft.

De term 'wit' (de afwezigheid van kleur) onderstreept het neutrale karakter van de informatie.

Concept van Edward de Bono